Transcript (NVS).
Slide 1
Zelf-gerapporteerd ziekteverzuim in de NEA
vs. geregistreerd ziekteverzuim in de NVS
Ernest de Vroome
Lando Koppes
Seth van den Bossche
Peter Smulders
8 november 2007
Slide 2
Gebaseerd op:
• Boerdam, A., Bloemendal, C. & Geertjes, K. (2006). Eindrapport
haalbaarheidsonderzoek naar arbeidsgerelateerd verzuim in de
Nationale VerzuimStatistiek (NVS). Voorburg: CBS.
• Bossche, S., Hupkens, C., Ree, S. de & Smulders, P. (2006).
Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2005: Methodologie
en globale resultaten. TNO Kwaliteit van Leven | Arbeid.
• Smulders, P. (2007).Werksituatie en ziekteverzuim. In: G. JehoelGijsbers (red.). Beter aan het werk: Trendrapportage
ziekteverzuim, arbeidsongeschiktheid en werkhervatting. Den
Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
2
Slide 3
3
Slide 4
Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden
(NEA) in vogelvlucht I
• 2003 pilot; 2005-2010 jaarlijks (november).
• Steekproefkader: circa 7 miljoen werknemers.
• Bron: het CBS ‘Banenbestand’.
• Bruto steekproef circa 80.000 werknemers.
• Netto steekproef circa 25.000 (respons 30% à 35%).
• Schriftelijke afname en naar keuze via internet (TNSNIPO).
• In ‘Banenbestand’ CBS: versleuteld sofinummer →
koppelbaar.
• Data beschikbaar via
• Statline (6 maanden na dato)
• Centrum voor BeleidsStatistiek / Remote Access (1 jaar
na dato)
4
Slide 5
Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden
(NEA) in vogelvlucht II
• Verzuimvraag: 12 maanden voorafgaand aan invuldatum:
• Nee/ja.
• Aantal keer.
• Aantal dagen.
• Mogelijke vertekening door:
• Herinneringsverlies of –vertekening.
• Sociale wenselijkheid.
• Grijs gebied van verzuim van werk anders dan door ‘ziekte’.
• Daarnaast veel ‘sociaalwetenschappelijke’ vragen en mogelijke
verzuimdeterminanten:
• Werkdruk.
• Autonomie.
• Intimidatie.
• Werktevredenheid e.d.
5
Slide 6
Nationale VerzuimStatistiek (NVS)
• Teller (=verzuim) gebaseerd op 6 grote arbodiensten en
vangnetgevallen.
• Noemer (=populatie) afkomstig van registratie Verzekerde Personen
en Dienstverbanden (VPD) van het UWV.
• Driekwart van de werknemers ‘zit’ in de NVS.
• Niet in NVS:
• Landbouw en visserij.
• Zorg.
• Onderwijs.
• Financiële instellingen.
• Ook meldingen zijn niet 100%, soms wel ziek- maar geen betermelding etc.
• Geen/weinig achtergrondgegevens of ‘determinanten’ van verzuim.
6
Slide 7
Remote Access op locatie TNO Arbeid, Hoofddorp
• NEA-bestand met Record Identificatie Nummers
(RIN).
• Tussenbestand met RIN én ‘Verzekerde Personen en
Dienstverbanden’ (VPD)-nummer.
• NVS-bestand met VPD-nummers.
• Dit zijn genoeg gegevens om koppeling mogelijk te
maken.
7
Slide 8
Complicaties
• Eén persoon (RIN) mogelijk meerdere
dienstverbanden.
• Meerdere kwartalen.
• Dubbele identificatienummers.
• Stringvariabelen in twee bestanden niet even lang etc.
8
Slide 9
Dekkingsgraad NVS en NEA
• Eén op één persoonskoppeling tussen NVS 2005 en
NEA 2005:
• 14.513 van de 23.405 NEA respondenten.
• Dit is 62,0%.
9
Slide 10
Vergelijking NVS geregistreerd verzuim
(kalenderjaar 2005) en NEA zelf-gerapporteerd
verzuim (meting november 2005)
NEA zelf-gerapporteerd verzuim
2005 *)
NVS
geregistreerd
verzuim
2005
Nee
Ja
Nee
79%
30%
52%
Ja
21%
70%
48%
46%
54%
100%
*) Vraag 27a “Heeft u de afgelopen 12 maanden wel eens verzuimd?”
10
Slide 11
Geen verzuim in NVS
Wel verzuim in NVS
80%
70%
60%
50%
40%
30%
20%
10%
0%
Niet
Wel
Zelf-gerapporteerd verzuim in NEA enquête
11
Slide 12
Geregistreerde verzuimmelding in NVS
(kalenderjaar 2005) naar zelf-gerapporteerde
verzuimduur in NEA-enquête (meting november
2005).
NEA zelf-gerapporteerd verzuim 2005 (dagen) *)
Nee
NVS
verzuim
Ja
1
2
3
4
5
6
-10
11
-20
21
-30
31
-60
61
-130
>
130
50%
44%
38%
30%
30%
24%
19%
15%
14%
13%
18%
30%
50%
56%
62%
70%
70%
76%
81%
85%
86%
87%
82%
70%
9%
14%
11%
9%
9%
19%
12%
5%
5%
4%
2%
100%
*) Vraag 27c “Hoeveel werkdagen heeft u
de afgelopen 12 maanden verzuimd?”
12
Slide 13
NVS geregistreerd verzuim
90%
80%
70%
60%
50%
40%
1
3
5
1120
3160
Zelf gerapporteerd aantal dagen verzuim (NEA)
13
>130
Slide 14
Verzuimpercentage
• Aantal verzuimdagen om te rekenen in individueel
verzuimpercentage.
• Daarvan het gemiddelde over de gehele groep komt
conceptueel neer op ‘het’ verzuimpercentage zoals dat op
Statline is te vinden voor 2005 (4,0%).
• Eigen herberekening op het NVS Remote Access bestand:
4,0%.
• Overeenkomstige zelfgerapporteerde percentage (NEA):
4,8%.
• Correlatie tussen beide indices is hoog: r = 0,63.
14
Slide 15
Doelstelling koppeling: Inzicht in verzuim
• Eliminatie ‘mono-method bias’.
• Eliminatie geneigdheid tot ‘consistente’ antwoorden.
• Voorbeeld: “Ik heb net opgegeven veel ziek te zijn, dan
zal ik wel niet zo tevreden zijn met mijn werk…”
• ‘Oplossing’: wat is de relatie tussen geregistreerd NVSverzuim en sociaal wetenschappelijke determinanten in de
NEA enquête.
15
Slide 16
Zelf-gerapporteerd verzuim in NEA-enquête (meting
november 2005) vs. geregistreerde verzuim in NVS
(kalenderjaar 2005); naar werktevredenheid *)
NEA-Werktevredenheid *)
(Zeer)
tevreden
N
E
A
V
E
R
Z
U
I
M
Neutraal /
ontevreden
(Zeer)
tevreden
Niet verzuimd
49%
38%
46%
5 of minder
dagen
verzuimd
29%
27%
28%
6 tot 20 dagen
verzuimd
14%
19%
15%
20 dagen of meer
verzuimd
8%
16%
10%
71%
29%
100%
N
V
S
V
E
R
Z
U
I
M
Neutraal /
ontevreden
55%
47%
53%
26%
25%
26%
12%
14%
12%
7%
14%
9%
71%
29%
100%
*) Vraag 36 “In hoeverre bent u tevreden met uw arbeidsomstandigheden?”
16
Slide 17
20 dagen of meer verzuimd
6 tot 20 dagen verzuimd
5 of minder dagen verzuimd
Geen verzuim
100%
90%
80%
70%
60%
50%
40%
30%
Zelf-gerapporteerd verzuim (NEA)
Geregistreerd verzuim (NVS)
20%
10%
0%
Tevreden
17
Ontevreden
Tevreden
Ontevreden
Slide 18
Koppeling is technisch uitvoerbaar maar enkele
suggesties ter verbetering
• CBS: Stel al (enigszins) ‘ingedikte’ NVS bestanden beschikbaar
• Jaarbasis.
• Personen i.p.v. dienstverbanden.
• Weglaten overbodige variabelen.
• Labeling van variabelen.
• Dan werkt ‘iedereen’ met dezelfde gegevens / percentages.
• Verbeter documentatie over achtergrond en opbouw van de bestanden /
variabelen.
• Is dit verzuim incl./exl. zwangerschap.
• Afhandeling deeltijdaanstellingen.
• Afhandeling gedeeltelijke ziek/betermeldingen.
• Jaarovergangen
• Is ziek op 1 januari wel of geen ‘nieuwe’ melding in
rapportagejaar).
• Worden de dagen in het ‘vorige’ jaar meegeteld of niet etc.
18
Slide 19
Koppeling verder verbeteren door:
• NVS-Registratie uitbreiden naar alle werknemers.
• Betere registratie door arbodiensten/bedrijfsartsen,
nog anders?
• Betere enquêtes door grotere N, meer respons, nog
anders?
19
Slide 20
Stellingen
• Centrale registratie van ziekteverzuim moet wettelijk
worden verplicht.
• Zelf-gerapporteerd ziekteverzuim is subjectief,
foutgevoelig, en dus ongeschikt voor
beleidsdoeleinden.
• Juist de combinatie ‘geregistreerd verzuim’ en
‘zelfgerapporteerde antecedenten’ (werktevredenheid
e.d.) geeft het complete beeld en is essentieel.
20
Zelf-gerapporteerd ziekteverzuim in de NEA
vs. geregistreerd ziekteverzuim in de NVS
Ernest de Vroome
Lando Koppes
Seth van den Bossche
Peter Smulders
8 november 2007
Slide 2
Gebaseerd op:
• Boerdam, A., Bloemendal, C. & Geertjes, K. (2006). Eindrapport
haalbaarheidsonderzoek naar arbeidsgerelateerd verzuim in de
Nationale VerzuimStatistiek (NVS). Voorburg: CBS.
• Bossche, S., Hupkens, C., Ree, S. de & Smulders, P. (2006).
Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2005: Methodologie
en globale resultaten. TNO Kwaliteit van Leven | Arbeid.
• Smulders, P. (2007).Werksituatie en ziekteverzuim. In: G. JehoelGijsbers (red.). Beter aan het werk: Trendrapportage
ziekteverzuim, arbeidsongeschiktheid en werkhervatting. Den
Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
2
Slide 3
3
Slide 4
Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden
(NEA) in vogelvlucht I
• 2003 pilot; 2005-2010 jaarlijks (november).
• Steekproefkader: circa 7 miljoen werknemers.
• Bron: het CBS ‘Banenbestand’.
• Bruto steekproef circa 80.000 werknemers.
• Netto steekproef circa 25.000 (respons 30% à 35%).
• Schriftelijke afname en naar keuze via internet (TNSNIPO).
• In ‘Banenbestand’ CBS: versleuteld sofinummer →
koppelbaar.
• Data beschikbaar via
• Statline (6 maanden na dato)
• Centrum voor BeleidsStatistiek / Remote Access (1 jaar
na dato)
4
Slide 5
Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden
(NEA) in vogelvlucht II
• Verzuimvraag: 12 maanden voorafgaand aan invuldatum:
• Nee/ja.
• Aantal keer.
• Aantal dagen.
• Mogelijke vertekening door:
• Herinneringsverlies of –vertekening.
• Sociale wenselijkheid.
• Grijs gebied van verzuim van werk anders dan door ‘ziekte’.
• Daarnaast veel ‘sociaalwetenschappelijke’ vragen en mogelijke
verzuimdeterminanten:
• Werkdruk.
• Autonomie.
• Intimidatie.
• Werktevredenheid e.d.
5
Slide 6
Nationale VerzuimStatistiek (NVS)
• Teller (=verzuim) gebaseerd op 6 grote arbodiensten en
vangnetgevallen.
• Noemer (=populatie) afkomstig van registratie Verzekerde Personen
en Dienstverbanden (VPD) van het UWV.
• Driekwart van de werknemers ‘zit’ in de NVS.
• Niet in NVS:
• Landbouw en visserij.
• Zorg.
• Onderwijs.
• Financiële instellingen.
• Ook meldingen zijn niet 100%, soms wel ziek- maar geen betermelding etc.
• Geen/weinig achtergrondgegevens of ‘determinanten’ van verzuim.
6
Slide 7
Remote Access op locatie TNO Arbeid, Hoofddorp
• NEA-bestand met Record Identificatie Nummers
(RIN).
• Tussenbestand met RIN én ‘Verzekerde Personen en
Dienstverbanden’ (VPD)-nummer.
• NVS-bestand met VPD-nummers.
• Dit zijn genoeg gegevens om koppeling mogelijk te
maken.
7
Slide 8
Complicaties
• Eén persoon (RIN) mogelijk meerdere
dienstverbanden.
• Meerdere kwartalen.
• Dubbele identificatienummers.
• Stringvariabelen in twee bestanden niet even lang etc.
8
Slide 9
Dekkingsgraad NVS en NEA
• Eén op één persoonskoppeling tussen NVS 2005 en
NEA 2005:
• 14.513 van de 23.405 NEA respondenten.
• Dit is 62,0%.
9
Slide 10
Vergelijking NVS geregistreerd verzuim
(kalenderjaar 2005) en NEA zelf-gerapporteerd
verzuim (meting november 2005)
NEA zelf-gerapporteerd verzuim
2005 *)
NVS
geregistreerd
verzuim
2005
Nee
Ja
Nee
79%
30%
52%
Ja
21%
70%
48%
46%
54%
100%
*) Vraag 27a “Heeft u de afgelopen 12 maanden wel eens verzuimd?”
10
Slide 11
Geen verzuim in NVS
Wel verzuim in NVS
80%
70%
60%
50%
40%
30%
20%
10%
0%
Niet
Wel
Zelf-gerapporteerd verzuim in NEA enquête
11
Slide 12
Geregistreerde verzuimmelding in NVS
(kalenderjaar 2005) naar zelf-gerapporteerde
verzuimduur in NEA-enquête (meting november
2005).
NEA zelf-gerapporteerd verzuim 2005 (dagen) *)
Nee
NVS
verzuim
Ja
1
2
3
4
5
6
-10
11
-20
21
-30
31
-60
61
-130
>
130
50%
44%
38%
30%
30%
24%
19%
15%
14%
13%
18%
30%
50%
56%
62%
70%
70%
76%
81%
85%
86%
87%
82%
70%
9%
14%
11%
9%
9%
19%
12%
5%
5%
4%
2%
100%
*) Vraag 27c “Hoeveel werkdagen heeft u
de afgelopen 12 maanden verzuimd?”
12
Slide 13
NVS geregistreerd verzuim
90%
80%
70%
60%
50%
40%
1
3
5
1120
3160
Zelf gerapporteerd aantal dagen verzuim (NEA)
13
>130
Slide 14
Verzuimpercentage
• Aantal verzuimdagen om te rekenen in individueel
verzuimpercentage.
• Daarvan het gemiddelde over de gehele groep komt
conceptueel neer op ‘het’ verzuimpercentage zoals dat op
Statline is te vinden voor 2005 (4,0%).
• Eigen herberekening op het NVS Remote Access bestand:
4,0%.
• Overeenkomstige zelfgerapporteerde percentage (NEA):
4,8%.
• Correlatie tussen beide indices is hoog: r = 0,63.
14
Slide 15
Doelstelling koppeling: Inzicht in verzuim
• Eliminatie ‘mono-method bias’.
• Eliminatie geneigdheid tot ‘consistente’ antwoorden.
• Voorbeeld: “Ik heb net opgegeven veel ziek te zijn, dan
zal ik wel niet zo tevreden zijn met mijn werk…”
• ‘Oplossing’: wat is de relatie tussen geregistreerd NVSverzuim en sociaal wetenschappelijke determinanten in de
NEA enquête.
15
Slide 16
Zelf-gerapporteerd verzuim in NEA-enquête (meting
november 2005) vs. geregistreerde verzuim in NVS
(kalenderjaar 2005); naar werktevredenheid *)
NEA-Werktevredenheid *)
(Zeer)
tevreden
N
E
A
V
E
R
Z
U
I
M
Neutraal /
ontevreden
(Zeer)
tevreden
Niet verzuimd
49%
38%
46%
5 of minder
dagen
verzuimd
29%
27%
28%
6 tot 20 dagen
verzuimd
14%
19%
15%
20 dagen of meer
verzuimd
8%
16%
10%
71%
29%
100%
N
V
S
V
E
R
Z
U
I
M
Neutraal /
ontevreden
55%
47%
53%
26%
25%
26%
12%
14%
12%
7%
14%
9%
71%
29%
100%
*) Vraag 36 “In hoeverre bent u tevreden met uw arbeidsomstandigheden?”
16
Slide 17
20 dagen of meer verzuimd
6 tot 20 dagen verzuimd
5 of minder dagen verzuimd
Geen verzuim
100%
90%
80%
70%
60%
50%
40%
30%
Zelf-gerapporteerd verzuim (NEA)
Geregistreerd verzuim (NVS)
20%
10%
0%
Tevreden
17
Ontevreden
Tevreden
Ontevreden
Slide 18
Koppeling is technisch uitvoerbaar maar enkele
suggesties ter verbetering
• CBS: Stel al (enigszins) ‘ingedikte’ NVS bestanden beschikbaar
• Jaarbasis.
• Personen i.p.v. dienstverbanden.
• Weglaten overbodige variabelen.
• Labeling van variabelen.
• Dan werkt ‘iedereen’ met dezelfde gegevens / percentages.
• Verbeter documentatie over achtergrond en opbouw van de bestanden /
variabelen.
• Is dit verzuim incl./exl. zwangerschap.
• Afhandeling deeltijdaanstellingen.
• Afhandeling gedeeltelijke ziek/betermeldingen.
• Jaarovergangen
• Is ziek op 1 januari wel of geen ‘nieuwe’ melding in
rapportagejaar).
• Worden de dagen in het ‘vorige’ jaar meegeteld of niet etc.
18
Slide 19
Koppeling verder verbeteren door:
• NVS-Registratie uitbreiden naar alle werknemers.
• Betere registratie door arbodiensten/bedrijfsartsen,
nog anders?
• Betere enquêtes door grotere N, meer respons, nog
anders?
19
Slide 20
Stellingen
• Centrale registratie van ziekteverzuim moet wettelijk
worden verplicht.
• Zelf-gerapporteerd ziekteverzuim is subjectief,
foutgevoelig, en dus ongeschikt voor
beleidsdoeleinden.
• Juist de combinatie ‘geregistreerd verzuim’ en
‘zelfgerapporteerde antecedenten’ (werktevredenheid
e.d.) geeft het complete beeld en is essentieel.
20